My poetry

 

Since the beginning of the pandemic in 2020 I restarted my old habit to write poems, looking for a way to say things and describe them in my way without feeling myself hindered by the formal structure of written language.  Let me say that a poem is a mold, an experience in words , that has detached itself from structures in which I let The Things and The Images speak for itself. But "no form" is also a form. You will definitely recognize some structure in my poems.

My words are the vehicles while my inspiration is the fuel. As you will find out, many poems are about my experiences with people with dementia and, on the other hand, about love. 
From time to time, I share my modest but thought out philosophy of life, based on years and stacks of books about Eastern and Western mysticism.

LIEFDE

we dachten dat we al iets wisten 

over hoe de liefde ons bedrijft

we deden wat en we leden wat

soms zochten we enkel de extase

in ons hart omdat dat bol stond

van gloed en onvervuld verlangen

of zochten we het gewoon wat lager

en verloren we onze hersens

in de contouren van een lichaam

in de zoektocht naar het tijdelijke

stoppen van het denken als we 

eenmaal of liefst vaakmaal

bij die ene in het bed belandden

hoe vaak hebben we onszelf aan-

en uitgekleed en het kloppen gevoeld

in keel en genitaliën, het knikken van knieën

de gekmakende belofte van een bloot lijf

hoe vaak had ik amper mijn jas weer aan

om daarna elders mijn schoenen alweer

uit te trekken zonder me iets aan te trekken

van mijn eigen vlucht en ongestilde honger

dat wat ik dacht wat liefde was, was ook

de betovering van haar, van lippen, een mond

een lach, de kramp in de borst, de pijn

over het hoofd te worden gezien

het was niet uit angst om thuis te komen

in het donker en alleen (wat ze ook zeggen)

nee, het was weten, vanuit mijn botten 

en zelfs vanuit mijn hart en hardleerse hersens

weten, dus, dat ik me groter en vollediger

zou weten met mijn lief dicht bij me

dat mijn vader en mijn moeder haar zouden zien

en dat alles goed zou zijn.


Een geest zonder huis

Ze ziet niet wat ze vroeger zag

haar wereld heeft een vreemd gezicht

ze snapt niet waar haar leven is

ze is een geest zonder huis

elke stap is vreemd gebied

en elk geluid klinkt dissonant

hoewel haar vingers nog steeds

hun weg vinden op de toetsen

van de oude piano waar ze haar

ankerpunt, haar zelf, haar zekerheid

terugvindt en meteen vergeet

want haar ogen doen het niet

goed, en ze is de weg kwijt

elke stap is een mysterie en angst

terwijl ze van binnen voelt dat

er iets ontzettend mis is

waar moet ik zijn? wat is dit hier?

dat zijn haar vragen heel de dag

mag ik naar bed? vindt u dat goed?

dus neem ik haar maar bij de hand

en leid haar naar het allerlaatste

wat ze nog bezit, herkent?

ik zie gezichten, een vol mooi leven

en meubels in een mooi vertrek

het bed als enige schuilplaats en

mag ik dan even slapen? is dat goed?

ik pak haar hand dus maar weer vast

streel haar voorhoofd en ze vraagt

als ik hier blijf? Is het dan goed?

Is dit de waarheid? En ik weet 

dat wat ik zeg heel juist moet zijn en

zeg, “ja hoor, het komt weer goed"





Ik heb je nooit geslagen


Een kind, een dochter, meisje, vrouw

een moeder, vrouw van, dan mevrouw

dan oma en haar kleinkind moeder

lachend lacht ze het leven uit


Ze is het kleinkind van haar dochter 

en zegt tante tegen de vrouw

die haar verzorgt en haar vol liefde

toespreekt, aanhoort, haren kamt


De open mond van het harde lachen

die later weer wijd open staat

als ze in slaap valt en net zo rap

weer zit te zingen tegen de maat en dwars


dwars door mijn fluwelen liedjes heen

haar kerkhistorie luidkeels uitzingt

ongefilterd, geen decorum,

met wilde blijde grote gebaren


“Ik heb je nooit geslagen, hoor” 

riep ze een keer door mijn gezang 

heen en ik viel stil van verbazing

om al die vreugde en geluk


Je zou niet zeggen dat ze ziek is

en misschien is ze dat ook niet

ze is zichzelf misschien wel meer zelfs

dan ze vroeger ooit is geweest.


Honderd jaar met een paar dagen 

ik zou graag horen wat ze zegt straks

als de burgemeester komt

Ik heb je nooit geslagen, hoor









Twee vrouwen


Met baard en magerder dan ooit

loopt Henk de keuken in en zoekt

wat links en rechts naar de juiste stoel

maar vindt die niet en zo staat hij


te staren door het betraande raam

waarachter het grijze lood meehuilt

om de verlatenheid die in hem woont

omdat iemand anders weg moest gaan


een dolende ziel, die Henk, hij is gevallen

zie ik, de paarse vlekken op zijn gezicht

maar dan de ogen, hol en dood, omdat

zijn vrouw er niet meer is maar ze was het niet


nee, Henk dacht dat het zijn vrouw was 

die nu weg is en verdwenen en waar is ze?

maar dat was zijn eerste en deze tweede

vond het goed dat Henk zijn grote liefde


meende terug te zien in H., die zelf ook doolde

verdwaald allebei op een station en wachtend

op een trein, een bus, de dood, iets om mee

weg te gaan er vandoor, allebei verdwaasd


en eenzaam op een koude plek maar soms

was er muziek en vonden hun handen elkaar

zij, de tweede, kijkend in het niets en Henk

vol liefde voor haar verloren hand in de zijne







Scarves and cracks


Scarves I have in abundance

Scarves I have on my soul, oh, my poor soul

Scarves I see on my body, oh, this poor body

Scarves I feel in my heart, oh, this suffering heart

Scarves I note in my brain, oh, my poor head


I cannot change my past, oh, how I wish I could

And my history, my years, my infancy, my past

All that is mine in this oppressive present

Where I find myself poisoning my true beloved self


I wish I did not have to blame you for my scarves

But see, by looking in this mirror full of cracks

In which I see what there is and what I despise

As long as I’m not prepared to embrace it,


This mirror, my friend, are just your eyes, so near to me

That I almost accuse you for this reflection 

It makes me unreasonable but what can I do?

I curse the mirror, I curse my scarves so I curse you


Please understand that I will comprehend

That the tears I see flowing over your face

Contain the glue that I need and expect 

To heal this cracked heart with Kintsugi


And one day my scarves will have changed

Into golden pottery, golden like jewels,

Where my bitterness and anger will have turned

into a proud new me.





Voor A.


Daar zit ze, Annie, mooi rechtop

met kussens in haar rug, en “Prima,

het gaat goed. Hoezo?” en wij

vol van verbazing over de dood

die rustig wacht, geen haast heeft want

iedereen komt aan de beurt

En zo ook Annie, die verbaasd

nog vol van leven naar ons kijkt

Hoe kan het dan toch, moest ik denken

dat de een gek van paniek

vol angst en huilend om wat komt

terwijl we niet eens kunnen weten

wat er komt. Maar dat is niets voor Annie.

Flink en er is niets aan de hand, hoor

Alleen, tja, ze eet en drinkt niet, klein detail

en ja, dan, houdt het een keer op

Hoe mooi dat brein dat Annie helpt

te voelen wat er is en te vergeten

wat er was en geen historie, geen mysterie

geen hysterie. “Goh, leuk dat je er was"

Zomer


vogels vliegen af en aan en meeuwen

duiven, kraaien er op los terwijl

de hete zon de lucht verkleurt naar

rood, blauw, geel pastel


zwaar en zacht probeert de nacht

haar klus te klaren want het is warm

maar zo meteen is er een zucht

een bries van wind hier om het huis 


waar ik ten prooi aan tropisch weer 

maar vooral vreemd aangedaan

alleen maar zucht en smacht 

denk aan hoe het toch zou zijn


als ik het was die met mijn hand

jouw gouden haar toch mocht

beroeren en mijn neus de kans

gaf dit eeuwenoud aroma 


huid en pezen, geuren, spieren

poriën, vormen er op los terwijl 

de hete zon de lucht verkleurt naar

rood, blauw, geel pastel

Nieuw

Je bent al meer dan vijftig jaar

een paar, een man, een vrouw

een leven, reizen, een gezin

het gevoel dat alles altijd klopt

en nooit stopt.  Maar “ho” nu dus

staart ze wat langer naar het gas

opent een kastje, pakt een pan en

weet niet eens of ze wel honger heeft

en hij die plots de waakhond wordt 

de oplettende herder, zijn nieuwe rol

“nee schat”, het geeft niets op zijn best

en “verdomme, kijk nou toch eens uit”

als het weer fout gaat tussen keuken

en bed en beiden de dagen vullen met

paniek, de stress, het ongeloof

bij hem en haar woede om de 

verloren regie maar volhouden maar.

Nu dan aan de tafel in het hotel

want zo noemt hij het dan maar

en zij die gilt want dus niet snapt

“hoe kun je zonder overleg?” en hij

die smeekt van “schat, je bent het vergeten”

als een dief in de nacht loopt hij stil

schuldbewust, wanhopig naar de deur

Zij wordt ontvangen en verrast 

door nieuwe zachte mooie

blikken van “de anderen”, nu eens

niet de hel maar van, zo, dit is leuk

Mevrouw De Wit, kamer 12

Ik kwam haar tegen op de gang

ze zei me keurig “goedemorgen”

ze liep me haast gewoon voorbij

iets in haar blik baarde me zorgen

dus vroeg ik haar “hoe maakt u het?”

“mevrouw De Wit, toch? Lang geleden!”

ze keek me aan en “ken ik u dan?”

sorry, ik ben pas uitgegleden”

Was deze dame dan mijn moeder

‘k had al mijn moed bijeengeraapt

na jarenlang moest ik het weten

zij ook: dat ik er niet van slaap

Ik was al tijden ongezien
en niet omdat ze niet kon kijken

ik was er niet en nooit genoeg

het was een kwestie van ontwijken

nu loop ik hier en zie haar staan

veranderd, stil, vreemd en dus toch

geef ik een hand en zeg beleefd

ik ben uw dochter, weet u nog

Dat denk ik niet, hoor, zei mijn moeder

want mijn dochter woont niet hier

u lijkt mij best een aardig iemand

maar ik ga eten, veel plezier

Het bittere voorbij

de smaak was bitter maar bleef niet lang

het zoete dromen kwam daarna en dan

liep ik weer door een stad vol zonlicht

en vloog mijn hart tot de bomen in het park

de mensen waren zacht en vrolijk en

er liep een vrouw recht op me af

was het een parfum of misschien een aura

en ik voelde weer wie ik echt was

en wie ik altijd was geweest en vast zal blijven

omdat de bitterheid voorbij pas de kern 

de kern van alles zo voelbaar en ruikbaar

en tastbaar werd samengevat in een lach

die maar kort duurde maar in mijn boek der

eeuwigheid zou worden opgetekend

en even was er geen lijden meer noch woede

om de dingen om ons heen en van altijd

een blik, een glimlach, het verholen staren

van blikken die het bittere hebben gekend

maar met een weten dat de oorlog in en om ons

even verdampte in de stralen van de zon

Voor mensen met een mening

Een mening is een wapen waarmee ik je wil treffen
mijn mening is mijn schild waarmee ik mij verdedig
zonder mijn mening
voel ik me kwetsbaar want
ik wil me wel beschermen
ook al weet ik niet waartegen

hoe kan mijn wapen toch hetzelfde wapen zijn als jij
wil gebruiken en hoe kan
mijn schild jou ook beschermen?

ik weet helemaal niets
ik heb totaal geen inzicht
ik weet niets van strijd
maar ben eenvoudig bang
voor iets wat ik niet ken
voor iets wat ik vervorm
van een schim tot een monster
maar waarom zou ik strijden?

Ik hoef van niemand naar het slagveld
mijn mening is volkomen nutteloos
een gek en zwak ding dat ik alleen gebruik
als ik van binnen alleen ben

(Dit gedicht is geschreven midden in de coronatijd: er was op de sociale pleinen een haast bloederige strijd gaande tussen voor- en tegenstanders van de regeringsmaatregelen, zoals de vaccinaties. Later heeft de Bredase singer&songwriter Pieter Tak mijn gedicht in het Engels uitgevoerd. Op deze prachtige compositie speel ik de akkordeonpartij en zing ik een tweede stem.)

De tekst van Pieter
An opinion is a weapon 
which I want to point out to you 
my opinion is my shield 
only do I defend myself 

Without my opinion 
I feel vulnerable because 
I want to protect us 
even though I don't know how or why 

How can my weapon 
be the same weapon 
as you want to use 
and how can my shield 
protect you too? 

I don't know anything at all 
I have no insight at all 
I know nothing about conflicts 
but I simply fear 
something I don't know 
something I deform 
from a ghost into a monster 
but why should I fight? 

No one is sending me to battle 
my opinion is completely useless 
a crazy and weak thing that I only use 
when I'm alone inside 
when I'm alone inside 

I don't know anything at all 
I have no insight at all 
I know nothing about conflicts 
but I simply fear 
something I don't know 
something I deform 
from a ghost into a monster 
but why should I fight? 

No one is sending me to battle 
my opinion is completely useless 
a crazy and weak thing that I only use 
when I'm alone inside 
When I'm alone inside 
that I only use 
when I'm alone inside 
when I'm alone inside 

Gouden gloed


Mijn leven is vaak vol en soms wat ledig

waarom is de magie afwezig

waar is nu die gouden gloed

die ik als kind en minnaar heb gekend


als ik sprong of als ik rende met 

dezelfde blik in mijn ogen als toen

ik als betoverd en bezeten voor het eerst

met mijn neus je huid beroerde


alles voor de eerste keer en stomverbaasd

over het licht boven de mensen of 

over de geur in je hals onverzadigbaar

en eindeloos in het wijde nu


waar vind ik weer die gouden glans

op mijn gezicht en in jouw blik

met droge keel en wijd open neusvleugels

met wijd opengesperde armen keihard


van een heuvel af rennen en schateren

niets hoefde te zijn en alles was er al

wanneer voel ik weer die gouden magie

ruiken voelen snuiven zuchten


en sterven in jouw nek

Sonnet van een vluchteling


Alsof ik de bergen en de bomen

van waar ik kom ooit kon vergeten

of vaders knie waar ik op heb gezeten

zou kunnen wissen uit mijn dromen


Alsof ik dit uur van angst en gaan

om een geloof, oorlog, despoot

zielsalleen, uit pure nood

zou kunnen wissen uit mijn bestaan


Maar waar naartoe en welke mensen

wachten op mijn ongenood bezoek?

Wat vraag ik en wat mag ik geven?


Lezen wij straks uit hetzelfde boek?

wat mag ik, nieuw-gekomen, wensen?

Ik ben hier gekomen om te leven.

Het meisje

Ze omarmt hem en legt haar hoofd tegen zijn borst

je mag niet weggaan, ik wil dat we de zweefmolen doen

en dan moet je op je kop en dan gaan we

springen en kunstjes en dansen

 

je mag niet weggaan, hoor, ik vind je lief

en de man hoort en voelt de muziek die

uit haar pure ziel meteen overspringt

naar de dam van weerstand die ook hij

 

kent en koestert, wie zal het zeggen,

en hem leert dat het gemis het verzet

oproept en versterkt en waardoor

een knuffel de eeuwenoude ziel

 

het tijdelijke hart doet zwellen en barsten

en de rivier van dankbaarheid, de stroom

en kolken van meegevoerde oude pijn

en gemis, vrijkomt en verdriet

 

ineens tot liefde wordt.

Terug

De ochtend dat jij weet dat ik het voor je ben

zal ik weten dat jij het bent

ik zal staan wachten bij de deur

ik zal het horen aan de vogels

ik zal het zien aan de kleuren in de lucht

ik zal het voelen in mijn hart

ik zal niet weten op welke dag dat is

in de morgen, in de middag

ik zal staan wachten bij de deur

je zult me zien staan kijken

misschien naar boven naar de lucht

de oren gespitst op het zingen van een vogel

elke cel en zenuw zullen het weten

je zult me daar zien staan wachten

een man met een gloeiend gezicht

de ogen van een kind, de handen van een vrouw

de haren van een troubadour

ik zal je binnenlaten in mijn huis

de snaren van mijn gitaar gestemd

koffie, thee of whisky precies

zoals jij het altijd wilde misschien

is er wel chocola

we zullen zwijgen zoals vroeger

en onze ogen zullen alles zeggen

het vocht van mijn tranen zal de dorst lessen

van een oude, verloren ziel

blind wall


I was

desperately looking for a medication

attending every spiribration

the way inside they said was a gem

told and sold upon request


I eagerly bought myself a course

to learn how grateful I should be

but simply lost I was and fooled 

by commerce but, good thing too,


I was not happy after all

then I called my god The Universe

and the Wafer became cacao

I prayed together with other souls


that suffered from the same quest to truth

yet the outside world remained numb & dumb

in a lower vibration, oh, sheep they were,

but fortunately there were hugs & drugs 


I got desperate from the search &

I got poor because of those that earned

and maybe deserved my time and sweat

claiming they channeled celestial words


in their overstrained crazy brains.

Too bad the door remained invisible

and the wall turned out to be 

almost as blind 

as I 

blinde muur


dan maar de weg van meditatie

en ceremonie, spiribratie

de weg naar binnen leek een grap

van de wijze die ik er naar vroeg


ik wilde dus op les of cursus

om te leren hoe dankbaar toch

ik moest zijn in feite maar de handel

maakte me nog dwazer, ach, gelukkig


was ik niet bepaald en dus, oké dan

noemde ik een god maar universum

veranderde de hostie in cacao

en zat ik vroom met andere zielen


die ook niet wisten waar de hemel was

de wereld was grof&doof met lage frequentie

maar daar hoorde ik al niet meer bij en god-

zijdank waren er hugs en drugs


maar toch wanhopig van het zoeken

werd ik en arm aan hen die mij al

waren voorgegaan in hun trauma en nu 

op hun zolderkamer van alles doorkregen


in hun eveneens vergekte geesten

de deur liet zich echter maar niet zien

en de muur bleek haast even blind

als ik



Nog een keer je lied (voor M.)

Daar lig je dan met ogen dicht

op je zij, je slaapt nog niet

het gaat niet zo goed, had je gezegd

wij weten goed wat je bedoelt

wit haar als sneeuw over het bed

achter je oogleden diepe rust

alsof je wacht tot het gaat komen

en komen gaat het, maar nog even

niet, want hier sta ik met gitaar

en zing nog een keer het lied van

dromende bomen hoog boven ‘t verkeer

en dan breekt de zon door uit het niets

en verlicht van binnenuit je geest en gezicht

de snaren en stem tot diep in je oren

door de vitrage van het bewustzijn heen

en herken je de muziek en klank en even

nog even, haast verrast, door het geluid

als laatste kier naar de wereld die je kende

een laatste lichtstraal in de schaduw

en je lacht van blijdschap en herkenning

misschien was het wel onbewust en was ik

een toeschouwer van mijn eigen wonder

dat ik hier stond tussen licht en donker

tussen nu en straks en hier en daar

Het was al genoeg (voor I.)


Het verlangen voorbij

Het gemis vergeten

De drang verdrongen

Het vuur verdragen

De kou omarmd

De pijn gewend

De kansen verkeken
het verlies erkend

Het was al genoeg


De schok van herkenning

Het oeroude weten

De zekerheid van de koers

De helderheid in het nu

De ruimte in de adem

De onaffe volmaaktheid 

Het volmaakte onaffe

Het profiel en de glans

Het zwellende hart

De gloed in de borst

Het was al genoeg


Dit opnieuw te beleven

Even te hebben gekeken

In de peilloze diepte

Vreugde en gevaar 

In vrije val met open blik

Je ogen

Het was al genoeg

Bezeten


droom ik van dood

ben niet ziek of zo mag ik hopen

mijn leven is zoals het wil

niet dat de onrust nu ver weg is

Het Bovenin houdt zelden stil

maar doodgaan zou voor mij best mogen

al maakt de angst voor pijn verward

sinds dat ik eindelijk in dingen

hoor hoe alles door muziek doorboord

lijkt te komen vanuit het hart

droom ik van bloot

van je schouders tot je billen glijdt

mijn blik van hoog naar laag van links naar rechts

mijn ogen en mijn neus dichtbij

een tocht door dalen en langs poriën

frisse strakte van de huid

harde zachtheid van het vlees

zo kan ik mij in jou vergeten

en samen met jou verliezen

we dromen en bezeten

Content from Youtube can't be displayed due to your current cookie settings. To show this content, please click "Consent & Show" to confirm that necessary data will be transferred to Youtube to enable this service. Further information can be found in our Privacy Policy. Changed your mind? You can revoke your consent at any time via your cookie settings.

Consent & Show

Tiempo Robado - Stolen Time

Three base notes form the background of this short wimprovisation. The D, F# and A are like a comfortable river bed while the non-rhythmic, short melody lines are like our worries and our thoughts that just float by, repeat itself, disappear again.

What I am wimprovising here, is ephemeral.  The cosmic sounding base notes, however, are not.